Terwijl de Amerikaanse Burgeroorlog woedde greep aan de overkant van de oceaan, in de ateliers van Parijs, een heel andere revolutie om zich heen: de geboorte van het impressionisme. De kunstenaars die deze stroming tot de populairste en invloedrijkste uit onze geschiedenis zouden maken, oogstten met hun eerste werk hoon en kritiek van het Franse establishment. Geen enkele artistieke beweging kende zo’n controversieel begin. Ross King vertelt het verhaal van die revolutionaire periode, waarin een stroming ontstond die de westerse geschiedenis en cultuur blijvend zou beïnvloeden.

De omwenteling van Parijs gaat over de Parijse kunstwereld in het dramatische decennium tussen twee tentoonstellingen: de fameuze Salon des Refusés van 1863, en de eerste tentoonstelling van de impressionisten in 1874. Het is het verhaal van vele kunstenaars, maar vooral van twee schilders: Ernest Meissonier, de succesvolste, klassieke schilder van de negentiende eeuw, en Edouard Manet, miskend in zijn tijd maar wel de voorloper van de meest radicale ommezwaai sinds de Renaissance. Het fascinerende verslag van hun beider parallelle levens, des te kleurrijker door hun vele supporters en critici – onder wie Zola, Delacroix, Courbet, Monet, Whistler en Baudelaire –, laat zien dat hun rivaliteit niet alleen de kunst betrof, maar ook hun verschillende visies op de wereld; wereldbeschouwingen die in die tijd net zo drastisch aan verandering onderhevig waren als de techniek, de politiek en de persoonlijke vrijheid.

Met de stijl van een romancier en de kennis van een historicus roept Ross King een tijd op waarin Parijs het kunstzinnige hart van de wereld was, en artistieke expressie in staat was een heel land in vuur en vlam te zetten én te verdelen.