Jl. kenmerkt zich door de emotionele wisselwerking tussen twee hoofdpersonages, het prachtige taalgebruik van Daanje en de goed doordachte achtergronden. In dit geval gaat het om een jongen en een meisje die als overburen opgroeien en hun hele leven contact houden, tot hun geschiedenis een dramatische wending neemt. Alle hoofdstukken spelen zich af op belangrijke data in de recente wereldgeschiedenis. Zoals: de eerste man op de maan, de treinkaping bij Wijster*, de moord op John Lennon, de val van de Muur, 9/11, de moord op Pim Fortuyn en de val van Lehman Brothers. Hoe zijn de ‘grote’ en de ‘kleine’ geschiedenis met elkaar verweven? Wie bepaalt wat we moeten onthouden? Wat is de functie van het vertellen?