Auteur van vele romans en non-fictie boeken, ze schrijft columns in het magazine Happinez én is medeoprichter van de Stichting Nationaal Heksenmonument. Susan Smit is een moderne heks en maakt zich sterk voor vrouwen. Zo schreef zij onlangs De tweede helft van je leven; een boek over de kracht en wijsheid van de vrouw.
Susan schreef haar nieuwe boek voor de 40+ vrouw die klaar is met geloven wat haar allemaal is wijsgemaakt over ‘vrouw zijn’, ‘een goede vrouw zijn’ en ‘ouder worden’. ‘Natuurlijk zijn er veel dingen waar je afscheid van moet nemen in de tweede helft van je leven, maar er zijn ook ontzettend veel dingen die je mag verwelkomen. Zoals je band met de natuur, maar ook het vinden van verstilling en de realisatie dat je seksualiteit nog niet eindigt in deze fase van je leven. Daarover is veel onzin over verkondigd.’ Verteld Susan over de tweede helft van je leven.
Je schrijft het boek voor vrouwen die de tweede helft van hun leven in gaan en misschien voelen dat ze zichzelf niet mogen of kunnen zijn.
‘Ja, ik denk dat we daar allemaal wel mee worstelen; levend als vrouw in een patriarchaat heb je ook geïnternaliseerde patriarchale waarden. Daar ontkom je niet aan. En hoe ontworstelen we ons daaraan? Vaak gaat dat vanzelf door ouder te worden en patronen te zien, bijvoorbeeld door hoe je jezelf klein hebt gemaakt of hoe je jezelf in bochten hebt gewrongen. We ontworstelen ons daaraan door daarmee op te houden en te merken dat je nieuwe ruimte voelt. Wat een bevrijding brengt dat! In die zin maken we dat proces allemaal mee. Daarom denk ik dat iedere vrouw dit boek kan lezen. Ook dertigers of twintigers. Ik zie sowieso dat de jongere generatie daar allemaal al mee bezig is, want wij staan allemaal weer op de schouders van onze moeders die al een stap hebben gedaan.’
‘Maar tijdens je veranderende hormoonhuishouding, die begint rond je veertigste, wanneer de perimenopauze begint dan nemen de ‘nice lady hormones’ of de zorghormonen af. Dit biologisch gegeven zorgt ervoor dat je iets minder bezig bent met zorgen voor je onmiddellijke omgeving. Je wordt hiermee geholpen om meer voor jezelf te zorgen, maar ook je aandacht te verleggen naar de grotere wereld en de samenleving en wat je daarin kunt veranderen, bijdragen of aanvechten. Dit is van oorsprong ook de rol van de ‘crone’ geweest; zij had haar handen vrij en kon zich bemoeien met het grotere geheel. Dat is precies wat we nu nodig hebben en daarom denk ik dat de veertig plus vrouw heel veel kan bijdragen aan de maatschappij. Het systeem wat we nu hebben is onhoudbaar. Wat hebben wij daar aan toe te voegen en hoe willen wij dit nu anders? Feminiene waarden gaan over samenwerking, over duurzaamheid; een soort donut economie met zachte waarden. De heilige woede om hoe het nu is georganiseerd, met harde waarden als concurrentie, onderdrukking en uitbuiting is groot. Met zachtzinnigheid alleen krijg je dit dus niet voor elkaar, maar wel door echt aan te kaarten en uit te spreken. Veel vrouwen vinden dit makkelijker na hun veertigste; om écht ruimte in te nemen.’
"Het afrekenen met een te krappe jas die jou niet meer past en iets anders verwelkomen. Ik vind het zelf een verrukkelijke fase!’’
Je noemde de ‘crone’. Kun je misschien uitleggen wie dat is?
‘In de voor-Christelijke Europese natuurreligie hoorde de zon bij de man en de maan bij de vrouw. En de wassende maan was de maagd fase: ontwikkelen, experimenteren. De volle maan was de moeder fase: de scheppingskracht (niet alleen per se van kinderen). De afnemende maan was de crone fase: de wijze oude vrouw. Belangrijk in deze fase was het inzetten van wijsheid voor het geheel. Dat heeft te maken met de afwezigheid van de ‘nice lady hormones’ maar ook de jaren die achter je liggen. Het bezien van een afstandje en hoe je je toen hebt moeten verhouden en daarmee afrekenen. Het afrekenen met een te krappe jas die jou niet meer past en iets anders verwelkomen. 'Ik vind het zelf een verrukkelijke fase!’’ Zegt Susan met een lach.
Wat vind jij het meest verrukkelijk aan de fase waarin je nu zit en waar je mee hebt afgerekend?
‘Ik heb eigenlijk altijd heel behoorlijk mijzelf kunnen zijn als schrijver. Maar dan nog voelt het nu alsof ik mijn ware vorm heb aangenomen. Dat ik ook wat feller ben dan ik vroeger was. Vroeger was ik meer gericht op harmonie. Nu denk ik: ‘ja, maar niet ten koste van mij.’ En dat is nieuw en dat is iets wat ik heel erg verwelkom omdat het klopt. Ik vind het fijn als dingen in hun juiste vakje liggen. ‘Dit is jouw verantwoordelijkheid, dit is mijn verantwoordelijkheid. Hier ben ik in tekort geschoten en daar kan jij in leren’. En dat benoemen in vriendschappen, relaties en met mijn familie.’
"Pas het laatste jaar realiseer ik me dat alles valt uit te praten. Gooi het er maar uit en je kunt het altijd nog bijstellen."
Eigenlijk ga je nu door het leven met minder angst? Omdat je niet meer bang bent wat andere mensen vinden?
‘Ja, en vooral mensen dicht bij mij. Ik heb altijd wel maling aan wat andere mensen van mij vinden, maar met name de mensen die heel dicht bij mij staan ben ik altijd zo bang geweest om een fout te maken of een onhandigheid of onnadenkendheid. Pas het laatste jaar realiseer ik me dat alles valt uit te praten. Gooi het er maar uit en je kunt het altijd nog bijstellen. Ik durf dichterbij te gaan staan. Een echte vriendschap groeit alleen maar als je dingen uitspreekt.’
In je boek spreek je veel over ‘wijsheid’. Wat is ‘wijsheid’ precies voor jou?
‘Voor mij is ‘wijsheid’ ervaring en reflectie. Het distillaat van levenslessen die je écht hebt doorleefd en waarop je hebt gereflecteerd is ‘wijsheid’.’
Is er iemand in jouw leven die in jouw ogen een hele grote hoeveelheid wijsheid in zich heeft?
‘Ik heb heel veel vrienden met heel veel wijsheid. Mijn goede vriend Vincent vind ik heel wijs. Die is heel bedachtzaam; die denkt na over wat je zegt en dan valt er een grote stilte terwijl je je adem inhoudt en dan komt er iets heel dieps en waars en raaks. Mijn vriendin Marion Pauw kan hele rake dingen zeggen; alles met bloed, zweet en tranen verworven. Ze gaat er hélemaal in. Ik ben echt gezegend met veel wijze vrienden. Maar ook mijn moeder. Mijn moeder heeft een perspectief wat gelijk alles anders belicht.
Zelf ben je ook moeder en je hebt zelf ook een dochter. Wat zou je vanuit de wijsheid uit jouw boek willen meegeven aan je eigen dochter die in de eerste helft van haar leven zit?
‘Dat je áltijd je intuïtie serieus moet nemen. Als het niet pluis voelt: ga weg! Als iets je kwets, vraag: wat bedoel je daarmee? Als iets een beetje schuurt: breng het ter sprake. Dus neem je eigen gevoelens serieus. Niet om ze centraal te stellen, maar om jezelf af te vragen als leidraad om te kijken of er iets is wat we moeten onderzoeken. Ik merk dat veel meisjes en vrouwen wordt aangepraat om daaroverheen te gaan en vooral de harmonie te bewaren en te zorgen dat iedereen zich comfortabel voelt. Zo leer je een meisje om heel makkelijk haar eigen grenzen over te gaan en om haar angst te negeren. Als je dat maar lang genoeg doet dan voel je dat niet meer en dan heb je jaren nodig om dat weer terug te vinden. Daar probeer ik mijn dochter bewust van te maken.’
"Ik hou het meest van romans die durven te overpeinzen en filosoferen, zoals Sándor Márai dat doet en Arthur Japin dat kan."
Lees je zelf veel?
‘Nou, we zitten nu naast mijn boekenkast met alleen maar mijn lievelingen erin!’ Vertelt Susan met een lach waaraan ik kan zien dat deze kast haar dierbaar is. ‘Ik ben ook een herlezer; ik hou van een paar favorieten die ik om de paar jaar weer even in mijn handen wil houden om stukken te herlezen of soms zelfs helemaal. Madame Bovary moet ik om de paar jaar herlezen; dat moet gewoon! Het is weliswaar geschreven vanuit een man, maar die tijd waarin vrouwen vastzaten in een keurslijf dat vind ik altijd heel schrijnend. Ik hou het meest van romans die durven te overpeinzen en filosoferen, zoals Sándor Márai dat doet en Arthur Japin dat kan. Maar ook historische romans, zoals die van Hella Haase. Zij is een voorbeeld voor mij geweest. En als het gaat om research dan kijk ik naar Annejet van der Zijl. Maar ik heb ook een plankje feminisme, boeken van vrouwelijke essayisten die ook vanuit hun binnenwereld weten te vertellen en het dan groter trekken naar een groter thema. En natuurlijk heb ik ook wat boeken over hekserij en de oude natuurreligie en spiritualiteit. Dat is zo’n beetje wat ik allemaal lees en vaak lees ik het ook nog door elkaar!’
Wat lees je dan nu?
‘Nu herlees ik All fours van Miranda July, omdat ik er een avond over moet verzorgen, en een non-fictie boek van Kris Pint over de betovering van mythen waar we altijd mee hebben geleefd en hoe we nu in een ‘onbetoverde tijd’ leven. (De extase van de jager).'
Waar ben je naar op zoek wanneer je er zo bewust voor kiest om een boek te herlezen?
‘Het verhaal is nooit een reden voor mij om een boek te herlezen, want je weet al hoe het afloopt. Maar ik ben op zoek naar een bepaalde sfeer. Net als wanneer je naar een stad gaat als Parijs gaat om een sfeer te voelen en proeven, zo ga ik op zoek naar een boek met een bepaalde sfeer om me in onder te dompelen.’
‘Zo lees ik iedere mei opnieuw Mei van Herman Gorter. Dat zijn elfjes en vlindertjes en blijheid en dauwdruppels. Het is heel romantisch, maar het is niet mierzoet.’
Je vertelt over de auteurs en genres die jouw inspireren in je leven en bij het schrijven. Is er ook één boek of auteur die jouw leven heeft veranderd?
‘Eigenlijk geloof ik dat elk boek je leven een beetje veranderd omdat je toch tot inzichten komt dankzij de schrijver, maak ook omdat je dingen van heel diep herkent, maar die je nog niet eerder had belicht. Die een personage of verhaallijn voelbaar maken; het raakt aan iets vergelijkbaars wat je herkent waardoor je dingen weer op een andere manier kunt bezien. Ieder boek wat hier in mijn kast staat heeft mij dan ook ‘aangeraakt’. Ik heb bijvoorbeeld net Intermezzo van Sally Rooney gelezen; wat ik zo’n prachtig voorbeeld vind van hoe kwetsbaar je bent wanneer je verliefd bent.’
"Van het boek kocht ik 10 exemplaren om cadeau te doen aan iedereen die ik vond dat het moest lezen… Zo goed vond ik die."
'Godenslaap van Erwin Mortier is mijn favoriet aller tijden. Mortier is een subliem voorbeeld van het gebruik maken van alle mogelijkheden van de taal. Ik vind met Godenslaap dat ik het af en toe even moet doorbladeren om de moed te vatten om zelf ook buiten de lijntjes te durven kleuren. Van het boek kocht ik 10 exemplaren om cadeau te doen aan iedereen die ik vond dat het moest lezen… Zo goed vond ik die.’
Susan kijkt weer met liefdevolle ogen naar haar boekenkast en pakt er nog een mooi pareltje uit; Zout op mijn huid van Benoîte Groult. ‘Toen ik 16 was kwam dit boek uit. Dit was voor het eerst dat een liefdesgeschiedenis echt vanuit een vrouw, mét seksualiteit, is beschreven. Zonder de clichématigheid van het overdonderd worden door een man.’
Teruggaand naar je eigen boek De tweede helft van je leven; welk boek heeft jou het meest gevormd als vrouw en de positie die je nu aanneemt in het leven?
‘Daar moet ik even goed over nadenken.’ Vervolgens pakt ze een boek van Starhawk (een pseudoniem is van de Amerikaanse schrijfster Miriam Simos) uit de kast: een Engels boek, The Spiral Dance. Een boek dat al 25 jaar in haar kast staat, en dat is te zien!
‘Starhawk is een ecofeminist en zo voel ik mezelf ook. Iemand in wie de natuur eigenlijk een spirituele leraar is. Iemand in wie de natuur zelf ook levend is; een goddelijke vonk in zich heeft. ‘Zo boven zo beneden’ zeggen de heksen. Starhawk heeft ook iets activistisch, dus een soort spiritualiteit die niet alleen maar navelstaren is. Wel naar binnen gaan, want dat is heel belangrijk, maar ook ‘hoe geef ik het handen en voeten in de buitenwereld’. ‘Wat kan ik bijdragen aan een betere wereld?’. Starhawk heeft mij écht geïnspireerd. Helaas heb ik haar nooit mogen ontmoeten.’
"Van een goed boek moet ik altijd huilen…"
Bij welk boek moest je huilen?
‘Van een goed boek moet ik altijd huilen…’ Susan pakt Ian McEwans roman Aan Chesil Beach uit de kast. ‘Een verhaal over een huwelijksnacht die faliekant misloopt. De mogelijkheden, de misverstanden, het weifelende tussen man en vrouw… Het speelt zich af in de jaren 50 waar veel vrouwen en mannen niet weten wat er van hun verwacht wordt tijdens zo’n huwelijksnacht. En uiteindelijk vinden ze elkaar niet… Nou ja, tragische liefde daar ben ik een ‘sucker’ voor.’ Zegt Susan met een zucht.
‘De gebroeders Leeuwenhart las mijn meester voor in klas 6 en dat vond ik magisch. Het gaat over het leven na de dood en twee broers die elkaar zoeken. Die wereld die Astrid Lindgren heeft geschapen vond ik zo logisch. Het riep in mij iets ouds op.’
Naast alle boeken die jou raken en kunnen laten huilen of inspireren, heb je ook een boek dat jouw ‘Guilty pleasure’ is?
‘Kijk! Daar ligt ie; deze heb ik net gekregen!’ Zegt Susan terwijl ze het knalroze boek Want van Gillian Anderson uit de kast haalt. ‘Vroeger toen ik studeerde las ik Nancy Friday. Dit boek van Gillian Anderson gaat ook alle kanten op; het zijn allemaal anonieme seksuele fantasieën van vrouwen. Dit is écht een ‘Guilty pleasure’! Hierbij denk je: ‘mijn God! Wat moet ik met mezelf aan!’’
Van alle boeken die je zelf hebt geschreven. Welke is jou het meest dierbaar?
‘Mijn laatste roman Alles wat beweegt, die eerder dit jaar uitkwam. Deze gaat over mijn eigen geboortegrond: Noordwijk. In dit boek kon ik zoveel over mezelf kwijt. Het boek gaat over de danseres Isadora Duncan die daar aan zee haar eerste kind heeft gekregen. Zij geloofde dat vrouwen niet in een huwelijk hoefde te zitten om moeder te worden, want natuurlijk rond 1900 erg ongebruikelijk was. Uiteindelijk heeft Isadora Duncan daar ook een hele grote prijs voor betaald. Ik herkende ook heel veel in haar. Zij worstelt met de liefde en vind kunst ontzettend belangrijk. Maar misschien is je laatste roman altijd wel even je lieveling of je meest dierbare boek? Het zit nog zo dichtbij. Ik heb nog amper afscheid van haar genomen.’
Neem je ooit afscheid van je personages?
‘Ze verwateren in plaats van dat je afscheid neemt. Na 5 of 10 jaar blijft het niet meer zo helder en scherp, maar er zit nog wel iets. Het verdampt.
Momenteel ben je bezig met het samenstellen van een gedichtenbundel met gedichten geschreven door vrouwen. Welke gedichten zijn op dit moment jouw favoriet?
‘Louise Glück, Averno, ja…’ Susan neemt de gedichtenbundel in de hand en bladert het door terwijl ze erbij dagdroomt. ‘Zij roept beelden op, ze vergroot, verkleind, slaat een andere weg in. Het is verrassend en soms onnavolgbaar en dan weer heel diep. Dit kun je ook blijven herlezen, maar niet in een keer. Dat vind ik het mooie aan dichtbundels; je neemt van een bonbonnetje ook niet in een keer de hele doos.’
Heb je ook de ambitie om zelf een gedichtenbundel te schrijven?
‘Nee zeker niet! Ik heb een hele lade met schrijfsels, maar die komen de wereld niet in. Die zijn heel pathetisch. Dat deed ik al toen ik kind was deed ik al. In De tweede helft van je leven heb ik aan het begin van ieder hoofdstuk geprobeerd een soort gedichtje te maken, maar daar was ik heel onzeker over.
Heb je nog een droom om iets te schrijven?
‘Iedere schrijfdroom verwezenlijk ik. Dat is het mooie aan schrijven; ik denk serieus dat schrijven het enige beroep is waarbij je alles wat in je hoofd komt echt zelf kunt verstoffelijken in het woord. Alles wat je je voorstelt kun je op papier krijgen.’
Als laatste ben ik benieuwd van welke Nederlandse of Vlaamse auteur jij boekentip zou willen ontvangen?
‘Dat vind ik een hele leuke vraag! Erwin Mortier! Maar ik weet niet of hij er zin in heeft.’ Zegt Susan er meteen achteraan. ‘Maar ook Alma Mathijssen. Ik vind haar ook fantastisch.’
Na het interview ontvingen we nog een aantal extra boekentips van Susan:
De profeet – Khalil Gibran, Kosmos Uitgevers.
Ik kreeg ‘De profeet’ tientallen jaren geleden van een vriend. Er was net een liefde gestrand en daar hadden we over zitten praten. Hij moet mijn verwarring hebben gezien en daar moest de Libanese dichter Khalil Gibran aan te pas komen, vond hij. Hij had er een briefje in gestoken dat er nog steeds in zit, waarin hij refereert aan de zin ‘vul elkaars beker, maar drink niet uit elkaars beker’. Steun en help elkaar, maar maak de problemen van de ander niet tot de jouwe. Ik was destijds bijna verdronken in de beker van de ander.
In de romantische liefde moet ik mezelf steeds voorhouden dat je je niet volkomen met elkaar hoeft te vermengen om volledig lief te hebben. Het is tegelijk mijn grote behoefte en diepe angst, zoals verlatings- en bindingsangst eigenlijk ook één zijn. Je wilt je zo graag verbinden, maar je durft niet goed. Je verwart overgave met jezelf uitleveren en weifelt.
Melk en honing – Rupi Kaur, Orlando.
‘Zoek niet naar heling / aan de voeten van degenen / die je gebroken hebben.’ Ik moet dit gedicht van Rupi Kaur zo’n achthonderd keer gelezen hebben na een pijnlijke liefdesbreuk. Ik las het eerst steeds nadat ik ernaar zocht en de deksel op mijn neus kreeg. Daarna las ik het om mezelf ervan te weerhouden ernaar te zoeken en ik bleef het lezen totdat elke neiging in me om naar liefde op de verkeerde plek te zoeken was verdwenen. Soms is poëzie beter dan therapie.
Rupi Kaur, een Indiaas-Canadese dichter, kunstenaar, illustrator, Instagramicoon en performer, weet het een en ander van liefdespijn, maar ook van huiselijk geweld en verkrachting. Ze schrijft het allemaal op; het lijden en het liefhebben, het breken en het helen, met scherp gekraste illustraties erbij. In haar bekendste bundel ‘Melk en honing’ zijn haar wonden en verrukkingen even rauw als dichterlijk beschreven, wat het verwarrende gebied dat seksualiteit en relaties voor zoveel vrouwen is, verheldert. Ze zet als een alchemist pijn om in schoonheid.
Brieven aan een jonge dichter – Rainer Maria Rilke, Balans.
Rainer Maria Rilke hield een jongeman die dichter wilde worden voor om zich toch vooral naar binnen te keren en te verzinken in zijn eigen wereld. In het prachtige kleinood ‘Brieven aan een jonge dichter’, dat bij mij op de salontafel ligt omdat ik er nooit genoeg van krijg om erin te bladeren, schrijft Rilke over het belang van eenzaamheid voor de mens. ‘Voel uzelf aan de tand en onderzoek de diepten waaraan uw leven zich ontspringt.’
Rilke heeft gelijk. Er is moed voor nodig om jezelf te ontmoeten, want als het wezenlijke zich aan een mens opdringt is dat niet altijd een plezierige aangelegenheid. Alles wat je denkt te zijn ontkomen, alles wat je hebt buitengesloten of verzwegen zal je in de stilte aan een verhoor onderwerpen. Laat er leegte zijn. Wees niet bang voor het niets, het niet-weten, in het vertrouwen dat het zich zal vullen met iets wat passend en van belang is.
Het huis met de geesten – Isabel Allende, Wereldbibliotheek.
De roman, die toen ik jong was via mijn moeder het huis binnen kwam en me definitief bevrijdde van mijn gevoel ‘anders te zijn’, was ‘Het huis met de geesten’. Isabel Allende beschrijft het in verbinding staan met het bovennatuurlijke (wat ik ervoer) heel onnadrukkelijk en terloops. Het neemt een vanzelfsprekende plek in in het kleurrijke leven van een familie in Zuid-Amerika en Clara in het bijzonder. Geesten horen bij de levenden, zoals wijn bij een maaltijd hoort.
Mijn eigen wijze moeder stelde me gerust door te zeggen: ‘Je hoeft niet bang voor ze te zijn, want zij zijn geest en wij zijn geest én lichaam.’ Dat we destijds hierover met mijn vader of anderen zouden praten was ondenkbaar en onnodig. En nu had ik ook nog Clara.
–––––––––––––––
Susan Smit's boek De tweede helft van je leven is verkrijgbaar via Libris.nl en Bol.com.
Bekijk hier alle door Susan Smit aanbevolen boeken.
Als abonnee van de Boekdelen nieuwsbrief ontvang je maximaal 1x in de week de beste leestips en interviews in je mailbox. Bovendien maak je iedere maand kans op gratis boeken!